‘Rokers moeten vrezen voor hun baan’
woensdag 13 november 2019
Rokende werknemers staan onder druk. Steeds meer werkgevers voeren een antirookbeleid in en sluiten ruimtes waarin mag worden gerookt. Niet iedereen is het daar mee eens.
Werkgevers promoten steeds meer een gezonde levensstijl voor werknemers. Roken past daar niet bij. In het Nationaal Preventieakkoord van vorig jaar is bijvoorbeeld afgesproken dat ziekenhuizen en ggz-instellingen in 2025 volledig rookvrij moeten zijn. Bij schoolpleinen is dit volgend jaar al verplicht, terwijl in de horeca alle rookruimtes al gesloten zijn.
Staatssecretaris Paul Blokhuis van Volksgezondheid wil dat rookruimtes uiterlijk in 2023 ook op andere werkplekken worden gesloten. Daarnaast wordt onderzocht of dit in openbare gebouwen en (semi)overheidsgebouwen zelfs al in 2021 het geval kan zijn.
Drugs
Het beleid heeft veel voorstanders, onder wie Marcel Clarijs. Hij is commercieel manager van SineFuma, een van de grootste aanbieders van bedrijfstrainingen voor het stoppen met roken in Nederland. “Iedereen vindt het vanzelfsprekend dat je onder werktijd geen alcohol of drugs gebruikt. Waarom zou het anders zijn voor nicotine? Er gaan meer mensen dood aan de gevolgen van roken dan aan de gevolgen van drugs, alcohol, verkeer en criminaliteit bij elkaar.”
Angst
Moet je als werkgever jouw personeel van een sigaret ontzeggen? Tom Wurtz, oprichter van Stichting Rokersbelangen, vindt duidelijk van niet. “Je moet rokers in hun waarde laten. Het sluiten van rookhokken geeft alleen maar stress. Mensen voelen zich opgejaagd.”
Wurtz beweert dat rokers niet meer durven uit te komen voor het feit dat ze roken, omdat ze bang zijn hierdoor hun baan te verliezen. “Zeker als je wat lager op de ladder straat. Als je rookt, tel je niet meer mee.”