Berichten

Het aantal thuiswerkers neemt razendsnel toe. Met name in de Randstad, blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Het aantal mensen met betaald werk dat (soms) thuiswerkt is toegenomen van 2,8 miljoen in 2013 naar 3,3 miljoen in 2018. Dat getal is goed voor 37 procent van de werkzame beroepsbevolking.

Incidentele thuiswerkers vormen met twee miljoen de grootste groep. Het aandeel thuiswerkers is met ruim 45 procent het grootst in de regio’s Gooi en Vechtstreek, Utrecht en Groot-Amsterdam. Het laagst was dit in Zuidoost-Drenthe en Oost-Groningen, waar iets meer dan een kwart van de werkenden gewoonlijk of incidenteel thuiswerkt.

Opleiding
Naast de reisduur en drukte op de weg, gaan regionale verschillen in thuiswerk ook samen met verschillen in onderwijsniveau. Van de thuiswerkers was 65 procent hoogopgeleid in 2018, een percentage dat bij niet-thuiswerkers beduidend lager ligt (24 procent). Hoogopgeleiden zijn oververtegenwoordigd in de Randstad en in stedelijke gebieden daarbuiten.

Beroepen
Het aandeel thuiswerkers verschilt per beroep. De ene bedrijfstak, zoals de financiële dienstverlening, leent zich beter voor thuiswerk dan bijvoorbeeld de horeca. Vijf bedrijfstakken hebben meer dan 60 procent thuiswerkers: informatie en communicatie, onderwijs, financiële dienstverlening, specialistische zakelijke diensten, en energievoorziening.