Berichten

Saai, lui en onsympathiek. Dat is het beeld van de ambtenaar, van wie wordt gedacht dat hij of zij zich bij het geringste ziekmeldt en dat ze eindeloos veel vrije dagen hebben. Maar waar komen al die vooroordelen vandaan?

Nederlandse ambtenaren vormen een grijze, homogene groep. Zo’n 28 procent van werknemers in dienst van de overheid is ouder dan 55 jaar. Het aantal werknemers boven de 35 jaar bedraagt zelfs 76 procent. In Onderwijs en Wetenschappen ligt de gemiddelde leeftijd dan ook hoog, zo rond de 44 jaar. In de veiligheidssector ligt dit cijfer iets lager, maar nog steeds vrij hoog (42,3 jaar).

Vooroordelen
Maar of al die ambtenaren lui, suf en saai zijn? Dat is zeker niet het geval, beweert professor Lars Tummers van de Universiteit van Utrecht. “Ze worden ook loyaal, netjes en intelligent genoemd.”

Tummers onderzoekt waar al die vooroordelen uit voortkomen. “Wat we weten is dat iemand met een lagere sociaaleconomische status zich eerder afzet tegen ambtenaren. De relatie burger-overheid is anders als je bijvoorbeeld voor je inkomen afhankelijk bent van ambtenaren bij een gemeente. Ben je van een bepaalde groep afhankelijk, dan kun je makkelijker denken: ze zitten daar maar te zitten, ze beantwoorden mijn mails en telefoontjes niet.”

Begrip
Over het algemeen bestaat er een aversie tegen overheidsberoepen die wij niet gelijk begrijpen. “Een beleidsmedewerker bij een gemeente, dat is niet concreet,” aldus de professor. “Het is niet duidelijk wat je bijdraagt aan de maatschappij en waarom dat van publiek geld moet.”