Werkrobots voegen minder toe dan verwacht
dinsdag 21 januari 2020
Robots zijn dé arbeiders van de toekomst. Dat wordt nochtans al jaren geroepen. Toch blijkt nu dat al die technologie voor fors minder productiviteitsgroei zorgt dan verwacht.
De groei van de arbeidsproductiviteit is sinds 2005 afgenomen. Economen spreken zelfs van een productiviteitscrisis. Tegelijkertijd levert de nieuwste technologie nauwelijks een bijdrage.
Dat is opmerkelijk, want experts voorspellen al jaar en dag dat kunstmatige intelligente, 5G, drones en zelfrijdende auto’s de maatschappij ingrijpend zullen veranderen. Met name op de arbeidsmarkt, waar robots en algoritmes talloze banen zouden gaan overnemen.
Sommige banen zijn inderdaad door toedoen van automatisering verdwenen—met name in de logistiek en auto-industrie. Maar het tempo waarop dit gebeurt is érg traag, zegt Alfred Kleinknecht van de Technische Universiteit Delft. “Kijk je naar de gangbare cijfers, dan blijkt dat technologie de afgelopen vijftien jaar nauwelijks meer voor extra toegevoegde waarde zorgt.”
Contrast
De arbeidsproductiviteit in de commerciële sector groeide tussen 1998 en 2008 met 20,7 procent. In de periode tussen 2008 en 2018 bedroeg dit percentage nog maar 3,9 procent. De groei is dus over een periode van tien jaar explosief afgenomen.
Het is voor Kleinknecht dan ook zoeken naar technologie die vandaag de dag voor meer productiviteit zorgt dan een jaar geleden. “Kunstmatige intelligentie zou een ware productiviteitsrevolutie ontketenen, maar zulke verhalen staan in schril contrast met de statistieken. Veel technologische producten zijn nu aan het einde van hun cyclus. Van de eerste naar de tweede iPhone was een grote verbetering, maar nu voegt de nieuwste smartphone weinig meer toe.”
Cybertruck
Toch staat de techniek niet stil. Denk aan de kassaloze supermarkt van Albert Heijn of de Cybertruck van Tesla. “Maar in de praktijk gaat het erg langzaam. De supercomputer die Google bijvoorbeeld ontwikkelt is een pioniersproject met nul impact op de economie. Zoiets wordt pas interessant als je het grootschalig kunt uitrollen, maar dat valt niet mee.”