Berichten

Het Nederlandse pensioenstelsel is voor het derde jaar op rij verkozen tot de beste van de wereld. Toch blijft er nog altijd ruimte voor verbetering—zeker met de gevolgen van de coronacrisis op komst.

De Global Pension Index wordt ieder jaar samengesteld door adviesbureau Mercer, het CFA Institute en de Monash University in Australië. Zo’n 39 landen worden er in de index onder de loep genomen. Van die groep landen scoren er twee het beste: Nederland en Denemarken. De twee hebben een A-status gekregen voor de mate van financiële stabiliteit die het stelsel na pensionering biedt.

Thailand, Argentinië en Turkije doen het een stuk minder. Zij krijgen slechts een E-status. De landen hebben volgens de index veel zwakke kanten en nalatigheden in hun regeling die het pensioenstelsel onwerkbaar en mogelijk onhoudbaar maken.

Pensioenakkoord
Deze zomer presenteerde de Nederlandse regering een nieuw pensioenakkoord. De index verwacht dat deze plannen tot aanzienlijke hervormingen zullen leiden, maar dat het Nederlandse pensioenstelsel desondanks goede voorzieningen behoudt, een uitstekende dekking in de private sector heeft en een ruim opgebouwde financiële buffer voor de komende jaren.

Toch is er ook ruimte voor verbetering. Het Nederlandse pensioenstelsel zou namelijk nog beter scoren als huishoudens meer zouden sparen en hun schulden zouden verlagen. De levensverwachting neemt immers toe, wat betekent dat Nederlanders langer zullen moeten doorwerken dan dat ze nu doen.

COVID-19
De coronacrisis zal wereldwijd gevolgen hebben voor de pensioenstelsels. Werkgevers hebben de laatste tijd financieel moeite om pensioenpremies af te dragen, terwijl sommige werknemers hun inkomsten verloren en nu al waren overgeleverd aan hun opgebouwd pensioen.

Al deze gevolgen hebben ook een effect op de pensioenen van de toekomst. “Sommige mensen zullen langer moeten doorwerken,” stelt het rapport. “Anderen zullen na hun pensionering genoegen moeten nemen met een lagere levensstandaard.”