Vooroordelen over vrouwen op de werkvloer ontkracht
dinsdag 4 februari 2020
Vrijwel iedere vrouw heeft wel eens te maken met genderdiscriminatie. Vrouwen zouden minder intelligent, ambitieus en daadkrachtig zijn. Deze stereotypen vertalen zich ook naar de werkvloer. Ze beïnvloeden niet alleen het denken van mensen, maar ook het gedrag. Hieronder staan de meest voorkomende vooroordelen over vrouwen op de werkvloer en hoe de wetenschap ze ontkracht.
De meeste stereotypen rondom vrouwen op de werkvloer komen voort uit het onjuiste beeld dat vrouwen fundamenteel verschillen van mannen in de manier waarop ze denken, zich voelen en zich gedragen. Er wordt vaak gedacht dat vrouwen hierdoor minder goed functioneren. Het wetenschappelijk bewijs toont echter een ander beeld.
´Mannen zijn geschikter voor banen waar spierkracht een rol speelt´
Mannen zijn gemiddeld sterker dan vrouwen. Hierover valt niet te twisten. Dit fysieke verschil zou gevolgen hebben voor werkzaamheden waar kracht in het bovenlichaam vereist is. Deze gevolgen zijn echter vooral te wijten aan het feit dat veel gereedschappen (denk aan zakken met cement) ontworpen zijn voor het lichaam van de man, niet voor de vrouw. Werk in de gezondheidssector, waar veel vrouwen zitten, vereist namelijk ook de nodige spierkracht.
Bovendien wordt veel bedrijven tegenwoordig aanbevolen om minder afhankelijk te worden van menselijke spierkracht. Het is nadelig voor de gezondheid van het personeel, iets wat het bedrijf geld kost. Dit fysieke genderverschil wordt in een moderne samenleving dus steeds minder relevant.
‘Vrouwen zijn emotioneler en minder rationeel’
Er wordt vaak gesteld dat vrouwen meer ‘vrouwelijke karaktereigenschappen’ hebben. Deze zouden op de werkvloer minder geschikt zijn dan ‘mannelijke karaktereigenschappen’. Uit onderzoek naar genderverschillen blijkt echter dat als je een willekeurige man en vrouw zou kiezen, de score van de vrouw in minstens 40 procent van de gevallen ‘mannelijker’ is dan de score van de man (en visa versa). Dit geldt voor kennis, communicatie, sociale- en persoonlijkheidskenmerken, psychologisch welzijn en leiderschapsstijl. Typisch vrouwelijke en mannelijke karaktereigenschappen bestaan dus vooral in onze verbeelding.
‘Vrouwen zijn geïnteresseerd in ‘mensen’, mannen in ‘dingen’’
Deze uitleg wordt vaak gegeven om het gebrek aan diversiteit in bepaalde sectoren te verklaren (denk aan technologie en enginering vs. zorgverlening en sociale diensten). De verschillende interesses van mannen en vrouwen zouden de oorzaak zijn.
Wat de labels ‘mensen’ en ‘dingen’ precies inhouden, is echter onduidelijk. De ruime interpretatie van het label ‘ding’ is zo breed (van wereldeconomie tot tafelvoetbal), dat de term betekenisloos wordt. De meest waarschijnlijke reden dat bepaalde zaken als ‘mannenzaken’ worden gezien is dat het activiteiten zijn waar mannen in het verleden meer tijd aan hebben besteed dan vrouwen. Verder is er geen onderliggende samenhang.
Daarbij zijn interessecategorieën geen tegenpolen. 55 procent van de mensen geeft aan zowel geïnteresseerd te zijn in ‘mensen’ als ‘dingen’.
‘Mannen zijn ambitieuzer dan vrouwen’
Er is een groot verschil tussen zeggen dat je ambitieus bent en ambitieus zijn. Vrouwen zijn sneller geneigd om hard te werken om hun dromen waar te maken dan om anderen te vertellen over hun dromen. Onderzoek wijst uit dat er geen verschil zit tussen de ambitie en toewijding van jonge mannen en vrouwen. De vroege loopbaanhouding van vrouwen belemmert hen dus niet in hun carrière.
Vrouwen verliezen tijdens hun carrière wel vaker hun ambitie dan mannen. Dit heeft te maken met onvoldoende steun, de vooroordelen over vrouwen en het gebrek aan rolmodellen in de organisatie. Als vrouwen zien dat mannen die minder hard werken eerder promotie krijgen dan zij, werkt dat ontmoedigend.
‘Vrouwen kunnen minder goed onderhandelen’
Deze stelling is slechts deels waar. Het klopt dat vrouwen minder goed voor zichzelf kunnen onderhandelen. Onderhandelen voor de organisatie gaat hen echter even goed af als hun mannelijke collega’s. Vrouwen vinden het moeilijker om te vragen naar eventuele beloningen voor zichzelf. Ze verwachten namelijk dat ze zullen krijgen wat ze verdienen. In de realiteit werkt het helaas anders. De meeste organisaties zijn niet transparant, waardoor werknemers goed moeten onderhandelen voor een eerlijke beloning.
Wanneer vrouwen dan toch beginnen over salarisverhoging, gaat het gesprek vaker over de vraag of het verzoek wel gerechtvaardigd is. Bij mannen gaat het gesprek meestal over de hoogte van het bedrag. Dit verschil heeft niet te maken met de onderhandelingskunsten van vrouwen, maar met stereotyperingen.
‘Vrouwen zijn minder goed in wiskundige vakken’
Misschien wel het meest hardnekkige stereotype – vrouwen zouden minder wiskundig inzicht hebben dan mannen. Desalniettemin toont een nieuwe studie aan dat jongens en meisjes precies dezelfde mechanismes en netwerken in het brein gebruiken bij het oplossen van wiskundevraagstukken. Ook ontwikkelen ze dezelfde vaardigheden in hetzelfde tempo. Daarnaast scoren meisjes even goed als jongens op wiskundige intelligentietesten.
Wel is sprake van een zogenaamde ‘selffulfilling prophecy’: meisjes denken door stereotypen dat ze slechter zijn in wiskunde, en daarom zijn ze er ook slechter in.
De loonkloof
Wat wel klopt, is dat vrouwen nog altijd minder verdienen dan mannen. In de wet staat dat mannen en vrouwen voor gelijke of gelijkwaardige arbeid dezelfde beloning moeten krijgen, maar dit is nog steeds niet overal het geval. Heb je het idee dat een mannelijke collega met dezelfde werkzaamheden, hetzelfde opleidingsniveau en dezelfde werkervaring of jaren dienstverband meer verdient dan jij? Praat hier dan over met je werkgever. Mocht je er met je werkgever niet uitkomen, dan kun je naar het College voor de Rechten van de Mens stappen. Dat college richt zich ook op gelijke beloning. Op basis van de Wet gelijke behandeling heb je vaak recht op dezelfde beloning voor hetzelfde werk.