Vrouwen sleuren Nederland door de coronacrisis heen
dinsdag 24 maart 2020
De cruciale beroepen die Nederland tijdens de coronacrisis op de been houden, worden voor twee derde vervuld door vrouwen. Dat blijk uit een analyse van Consultancy.nl.
Artsen, verplegers en politieagenten, maar ook schoonmakers, apothekers en supermarktpersoneel—allemaal beroepen die essentieel zijn in het helpen van mensen die zijn besmet door het coronavirus óf mensen die door de crisis noodgedwongen thuis moeten blijven in een poging de uitbraak van het virus te beperken.
Naast cruciale beroepen is er ook een lijst van beroepsgroepen samengesteld die een belangrijke rol spelen in ‘vitale processen’, oftewel processen die te allen tijde moeten blijven draaien. Denk hierbij aan telecomnetwerken, elektriciteit, gasproductie, drinkwater, internet, het betalingsverkeer en het in de lucht houden van economische knooppunten zoals Schiphol.
Zorg en onderwijs
Het CBS telde vlak voor het uitbreken van de coronacrisis iets meer dan 9 miljoen werkenden. Ongeveer 3,2 miljoen van hen zijn werkzaam in cruciale beroepen, blijkt uit een analyse van de onderzoeksredactie van Consultancy.nl. Vrouwen blijken in deze groep verreweg in de meerderheid: zo’n 2 miljoen beoefenen een ‘cruciaal beroep’, tegenover slechts 1,2 miljoen mannen.
De meerderheid is met name prominent aanwezig in de zorg. Liefst 93 procent van het verzorgend personeel in ziekenhuis is vrouw. Onder verpleegkundigen en artsen bedragen de percentages respectievelijk 87 en 60 procent. Ook de kinderopvang wordt gedomineerd door vrouwen (89 procent).
Het onderwijs is redelijk gelijk verdeeld. Toch zijn het vooral vrouwen waarop momenteel wordt gerekend: in het basisonderwijs—waar de meeste kinderen van ouders uit cruciale beroepen moeten worden opgevangen omdat ze te jong zijn om alleen thuis te blijven—is maar liefst 80 procent van de leerkrachten vrouwelijk.
Vrachtwagenchauffeurs
Toch zijn er ook cruciale beroepen die worden gedomineerd door mannen—met name in de logistiek. Zo is liefst 96 procent van de vrachtwagenchauffeurs, net als het overgrote deel van bijvoorbeeld buschauffeurs en trambestuurders (89 procent). Ook van de vakkenvullers is bijna drie op de vier man (72 procent).