Berichten

De in Schinnen gevestigde Alfa Brouwerij heeft onterecht het salaris ingehouden van een werknemer die thuisbleef vanwege de coronaverschijnselen van zijn partner, oordeelt de Rechtbank Limburg. Directeur Harry Meens vindt de uitspraak een grote deceptie. “De Nederlandse arbeidswetgeving is gemaakt door horken in Den Haag zonder verstand van ondernemen.”

De werknemer, sinds begin 2019 bij de brouwerij actief als national retail fieldmanager, liet 16 maart weten dat een kennis die hem had geholpen bij het verhuizen coronaverschijnselen vertoonde. De brouwerij liet de man een tijdje vanuit huis werken, totdat hij eind maart terugkeerde op de werkvloer. De werknemer vroeg echter later die week alsnog twee dagen verlof aan. De tweede dag kreeg hij, maar de eerste niet. Toch bleef de man de eerste ochtend thuis. Zijn vrouw zou namelijk coronaverschijnselen vertonen.

De werkgever weigerde het verhaal te geloven. De brouwerij hield daarom als straf twee dagen loon in en besloot over de maand maart slechts 70 procent van zijn loon uit te betalen. In april werd nog maar de helft van het salaris uitbetaald, waarop de man besloot naar de rechter te stappen.

Uitspraak
De rechter heeft de werknemer eerder deze week in het gelijk gesteld. De man zou de door de overheid opgelegde coronamaatregelen hebben nagevolgd door in thuisquarantaine te blijven bij een partner met coronaverschijnselen. “De werkgever is in dat geval verplicht het loon door te betalen.”

De brouwerij heeft volgens de rechter niet kunnen aantonen dat het verhaal van de werknemer onjuist was. Als straf moet zij het achterstallig loon uitbetalen met een strafverhoging van 50 procent. Daarnaast moet Alfa ook de juridische kosten van de werknemer voor haar rekening nemen.

Doodsteek
Alfa-directeur Harry Meens is niet onder de indruk van de uitspraak. “Kan een werknemer met een niet onderbouwd verhaal zomaar wegblijven van het werk? Volgens de rechter hadden we bewijs moeten vragen. Financieel gaat het slechts om een paar duizend euro, maar voor ons is dit een grote deceptie.”

Meens heeft mede door de uitspraak geen goed woord over voor de Nederlandse arbeidswetgeving. “Die is gemaakt door horken in Den Haag zonder verstand van ondernemen. Als er niets aan verandert, is het de doodsteek voor mkb-bedrijven. Wij bestaan 150 jaar en gaan van de vierde naar de vijfde generatie, maar het is nog maar de vraag of de nieuwe generaties door willen blijven ondernemen met dergelijke arbeidswetgeving.”