Thuiswerkers gelukkiger én productiever
zaterdag 18 juli 2020
Alvast koken, even de hond uitlaten of snel de boodschappen doen. De thuiswerker zit niet de hele dag achter de computer, maar knijpt er wat vaker tussenuit. Toch zijn ze hierdoor productiever én gelukkiger, blijkt uit onderzoek van TNO.
Onderzoeksorganisatie TNO baseert de cijfers op haar HowAmI-app, waarin 850 mensen dagelijks of enkele keren per week invullen hoe zij zich die dag voelen, waar en hoeveel uur ze hebben gewerkt en hoe productief ze waren. De conclusie van de afgelopen maanden: een stijging van met name de productiviteit.
“Net na het begin van de coronacrisis was de productiviteit vrij laag,” vertelt senior onderzoeker Noortje Wiezer. “Mensen hadden bijvoorbeeld nog ict-problemen. Daarna zag je de productiviteit heel snel stijgen naar een gemiddelde dat hoger ligt dan werk op kantoor.”
Positief
De creativiteit ligt eveneens hoger. Respondenten zeggen vaker tot oplossingen te komen waar ze anders niet aan zouden denken. Hun stemming is eveneens goed: men heeft positieve gevoelens over hun werk en halen hun targets.
Toch verschillen de antwoorden per werknemer, zegt Wiezer. “Sommige mensen missen de sturing van een leidinggevende of collega’s. Ze weten niet goed wat ze die dag moeten doen. Dit komt vooral voor bij mensen die bijvoorbeeld net aan een nieuwe baan zijn begonnen en door corona niet goed zijn ingewerkt, of bij mensen die qua persoonlijkheid behoefte hebben aan duidelijke structuur en opdrachten.”
Balans
Thuiswerken heeft volgens het onderzoek voor- én nadelen. De reistijd verdwijnt, men kan langer slapen en heeft een betere concentratie dankzij een gebrek aan het rumoer van een kantoortuin. Daar tegenover staat de worsteling die men soms ervaart bij het vinden van de optimale werk-thuisbalans.
Daarnaast moeten de omstandigheden thuis naar behoren zijn—iets wat bij met name ouders lastig kan zijn. “Vóór de heropening van de scholen hadden ouders veel stress bij het thuiswerken, omdat het niet samenging met het onderwijs geven aan de kinderen. Het combineren van werk en privé was lastig, met als gevolg een verlaagde concentratie. Toen de kinderen weer naar school gingen, zijn de klachten gedaald.”