‘Levensverwachting daalt, dus moet pensioenleeftijd omlaag’
woensdag 30 september 2020
De pensioenleeftijd moet omlaag als blijkt dat de levensverwachting door de coronacrisis inderdaad met bijna een jaar afneemt. Dat zegt de Vakcentrale voor Professionals (VCP) in een reactie op nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
De coronacrisis zorgt niet alleen voor werkloosheid en faillissementen, maar mogelijk ook voor een lagere levensverwachting. De afgelopen jaren is deze juist toegenomen, maar door de sterfgevallen als gevolg van het coronavirus zou deze in de toekomst met een jaar kunnen dalen, zegt het CBS. De mate waarin het virus effect heeft op de levensverwachting hangt af van de ontwikkelingen in de rest van het jaar.
Het CBS zegt meerder scenario’s te hebben doorgerekend. In het gunstigste geval blijft de levensverwachting gelijk aan die van 2019 (80,5 jaar voor mannen, 83,6 jaar voor vrouwen). In het ongunstigste geval vallen er in de tweede coronageval twee keer zoveel doden als in het voorjaar, met als gevolg dat de levensverwachting met een jaar daalt naar het niveau van 2010.
Pensioen
De AOW-leeftijd wordt per 20206 gekoppeld aan de levensverwachting, waarbij men uitgaat van een minimumleeftijd van 67 jaar. Stijgt de levensverwachting met bijvoorbeeld een jaar, dan gaat de pensioenleeftijd met acht maanden omhoog. Hierbij is echter geen rekening gehouden met een dalende levensverwachting. Dat moet anders, vindt de VCP. Zij wil het daarom mogelijk gaan maken om de pensioenleeftijd te verlagen met acht maanden als straks inderdaad blijkt dat de levensverwachting met een jaar afneemt.
Het oorspronkelijke wetsvoorstel gaat later dit jaar naar de Tweede Kamer. De VCP hoopt de wijziging in de tussentijd te kunnen realiseren.