Prinsjesdag: werkenden krijgen meer te besteden
maandag 14 september 2020
De gemiddelde Nederlander heeft volgend jaar iets meer te besteden: 0,8 procent. De grootste koopkrachtstijging is er voor werkenden en middeninkomens. Arme en rijke huishoudens komen er volgend jaar minder goed van af.
De cijfers zijn lager dan verwacht. Het Centraal Planbureau voorspelde eerder ondanks het uitbreken van de coronacrisis een gemiddelde koopkrachtgroei van 2,2 procent. Desondanks gaan de meeste Nederlanders er volgend jaar ietsje op vooruit, mede door de aangekondigde verhoging van arbeidskorting voor werkenden en een verlaging van het belastingtarief in de eerste schijf.
Tweeverdieners
Nederlanders met een baan hebben volgend jaar 1,2 procent meer te besteden. Uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden moeten het volgend jaar met een toename van slechts 0,5 procent en 0,4 procent doen. Tweeverdieners krijgen met 0,9 procent net iets meer dan alleenstaanden (0,8 procent) en alleenverdieners (0,7 procent), terwijl gezinnen zonder kinderen (1,1 procent) volgend jaar gemiddeld iets meer te besteden hebben dan gezinnen met kinderen (1 procent).
De 20 procent rijkste Nederlanders gaan volgend jaar een gemiddelde koopkrachtstijging van 0,6 procent tegemoet. De armste 20 procent krijgt met 0,7 procent net ietsje meer. De middengroepen gaan er gemiddeld het meest op vooruit met een koopkrachtstijging tussen de 0,9 en 1,1 procent.