Berichten

Nederlandse werknemers houden de hand niet bepaald op de knip als het op hun thuiswerkplek aankomt: ruim 40 procent van de thuiswerkers heeft meer dan 1000,- euro aan zijn of haar thuiskantoor uitgegeven. En dat terwijl de verantwoordelijkheid voor een goede thuiswerkplek eigenlijk bij de werkgever ligt.

Een bureaustoel, een goede internetverbinding en een scherpe webcam. Zomaar een paar voorbeelden van het materiaal dat massaal door thuiswerkers sinds het uitbreken van de coronacrisis is ingekocht, al dan niet op kosten van de baas. In de meeste gevallen is dat laatste ook gebeurd. Veel werkenden ontvingen bijvoorbeeld een kwalitatieve bureaustoel, een tweede computerscherm of een laptophouder van zijn of haar werkgever.

Een mooie geste van de werkgever, maar tegelijkertijd is het een wettelijke verplichting voor werkgevers om te zorgen voor een veilige en gezonde werkplek voor personeel op afstand. Zijn er spullen nodig om zo’n werkplek te realiseren, dan moet de baas verplicht deze kosten voor zijn rekening nemen. Toch hebben lang niet alle werkgevers de kosten voor een veilige en gezonde werkplek vergoed. Zo’n 8 procent van de werknemers zegt dat het verzoek om thuiswerkmateriaal is geweigerd door zijn of haar baas, terwijl 13 procent nog altijd op een verlossend antwoord wacht.

Zit-stabureau
Zo’n zeven op de tien werknemers maakt inmiddels gebruik van materiaal dat door de werkgever is bekostigd. Toch heeft een groot deel van de thuiswerkers (alsnog) eigen spullen voor haar rekening genomen. Bijna 30 procent van de thuiswerkers heeft een bedrag tussen de 100,- euro en 499,- euro aan kantoorartikelen uitgegeven, terwijl 12 procent van hen tussen de 500,- euro en 999,- euro aan spullen heeft ingeslagen. Bij 19 procent van de thuiswerkers betreft het een bedrag tussen de 1.000,- en 1.999,- euro, terwijl 22 procent aangeeft méér dan 2.000,- euro aan kantoorartikelen met geld uit de eigen portemonnee te hebben betaald.

Een bureau en bureaustoel zijn de populairste aankopen onder thuiswerkers: respectievelijk 15 en 21 procent heeft deze met zijn of haar eigen geld betaald. Een zit-stabureau is ook met enige regelmaat over de (digitale) toonbank gevlogen.