Minder jonge mannen aan het werk
vrijdag 15 oktober 2021
Het aantal jonge, werkende mannen is sinds de financiële crisis van 2008 gestaag afgelopen, meldt het Centraal Planbureau (CPB). De daling zet naar verwachting door, met alle schadelijke gevolgen van dien. “Niet werken heeft niet alleen invloed op hoe je je voelt, maar ook op de gezondheid.”
Mannen tussen de 25 en 44 jaar hebben in de nasleep van de financiële crisis van 2008 te maken gekregen met verschillende tegenslagen. Zo is er een relatief groot aantal bedrijven in de bouw, industrie en zakelijke dienstverlening tijdens de recessie failliet gegaan—sectoren waarin mannen oververtegenwoordigd waren, maar waar sindsdien dus minder banen beschikbaar waren. Een aantal mannen is noodgedwongen in een andere sector gaan werken, maar het CPB registreert ook veel jonge mannen die nu van een uitkering leven.
Een toenemend aantal mannen is bovendien langdurig ziek of arbeidsongeschikt, waardoor de arbeidsparticipatie het afgelopen decennium met ruim 100.000 mannen in de leeftijd van 25 tot en met 44 jaar is afgenomen. Dit terwijl oudere mannen tussen de 55 en 64 jaar, net als vrouwen van alle leeftijden, juist méér en langer zijn gaan werken. “Dat is opvallend, want het is bijvoorbeeld niet zo dat mannen minder zijn gaan werken vanwege de zorg voor het gezin”, zegt CPB-econoom Egbert Jongen.
Schadelijk
Het CPB verwacht dat de daling van het aantal werkende jonge mannen mede door de toenemende automatisering en digitalisering verder doorzet. Dit kan niet alleen grote gevolgen hebben voor de mannen zelf, maar ook voor de maatschappij, waarschuwt Jongen. “Niet werken heeft niet alleen invloed op hoe je je voelt, maar ook op de gezondheid, terwijl er enerzijds extra overheidskosten voor uitkeringen zijn en er anderzijds minder belastingen binnen komen.”