Minder werknemers willen meer werkuren
vrijdag 29 oktober 2021
Het aantal werknemers dat meer werkuren wil draaien neemt gestaag af. De kinderen, het sporten en de hobby’s krijgen steeds vaker de voorkeur. “Het verschil tussen 22 en 28 werkuren is soms niet prikkelend genoeg.”
Pakweg negen miljoen Nederlanders tussen de 15 en 75 jaar hadden in het tweede kwartaal van dit jaar betaald werk. Slechts 759.000 van hen hebben aangegeven meer uren willen te werken, gemiddeld zo’n 1,5 dag extra. Dat is een kwart miljoen werknemers minder ten opzichte van 2014, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Tegelijkertijd stijgt het aantal werknemers dat juist minder uren wil werken: 682.000 ten opzichte van 520.000 werknemers in 2012. Hobby’s en sportactiviteiten krijgen steeds meer de voorkeur, terwijl werkende ouders er steeds vaker voor kiezen om kinderen zelf op te voeden in plaats van hen naar de kinderopvang te brengen. Met name Nederlandse vrouwen geven aan liever in deeltijd te werken om zo meer tijd te kunnen spenderen met het gezin.
De wens om minder uren te werken neemt met name toe in de zorg en techniek, twee sectoren waar momenteel sprake is van een groot personeelstekort. Het aantal parttimers dat minder wil werken is inmiddels groter dan de groep parttimers in deze sector die méér uren zouden willen draaien. In de transportsector en het onderwijs, twee andere sectoren met een grote vraag naar personeel, is dit vooralsnog niet het geval. De ICT is vooralsnog de enige branche waar het aantal werknemers dat meer uren wil werken ten opzichte van 2014 is toegenomen.
Moderniseren
Er moet een hoop veranderen om deeltijders alsnog over te halen om meer uren te gaan draaien, zegt Ton Wilthagen, hoogleraar arbeidsmarkt aan de Tilburg University. Meer loon voor extra uren is hierbij de meest voor de hand liggende optie. “Soms is het verschil tussen 22 en 28 uur niet zo groot dat mensen denken: ah dat is prikkelend.”
Daarnaast moet de sociale norm worden doorbroken dat vrouwen een groot deel van de opvoeding en het huishouden voor hun rekening moeten nemen. De kinderopvang moet “goedkoper worden gemaakt”, vindt Wilthagen, terwijl de verlofregels “gemoderniseerd” zouden moeten worden zodat ook mannen meer huishoudelijke en gezinsgeoriënteerde kunnen oppakken. “Zolang vrouwen hier de grootste rol in hebben, zullen ze ook de groep blijven die minder snel gaat werken.”