Minder Nederlanders doen gevaarlijk werk
woensdag 10 november 2021
Het aantal Nederlanders dat risicovol uitvoert is het afgelopen jaar behoorlijk gedaald, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Toch lijkt de coronacrisis een ietwat vertekend beeld te schetsen.
Zo’n 13 procent van de werknemers tussen de 15 en 75 jaar zegt in 2020 vaak of altijd gevaarlijk werk te hebben uitgevoerd—een vermindering van drie procent ten opzichte van een jaar eerder. De daling komt volgens het CBS voornamelijk door een gebrek aan werk tijdens de coronacrisis, waardoor een groot aantal mensen niet in het onderzoek konden worden genomen. Met name koks, de beroepsgroep waar het grootst aantal werknemers zijn of haar werk als vaak of altijd gevaarlijk beschouwt (58,8 procent), vielen hierdoor buiten het onderzoek.
Gemiddeld ervaart een op de acht werknemers zijn werk als gevaarlijk. Denk hierbij aan risico’s op vallen van hoogte, uitglijden, bekneld raken, verkeersongelukken, snijden, steken, geweld, verbranding, verstikking of een ongeluk met gevaarlijke stoffen. Koks vinden hun werk dus relatief het vaakst gevaarlijk, gevolgd door vrachtwagenchauffeurs (56,8 procent), procesoperators (56,6 procent), buschauffeurs en trambestuurders (56,6 procent) en politie en brandweer (55,4 procent).
Schade
Ongeveer 9 procent van de mensen met gevaarlijk werk was in 2020 slachtoffer van een arbeidsongeval dat leidde tot fysieke of geestelijke schade. Bij de groep zonder gevaarlijk werk bedroeg het percentage slechts 1 procent. Mannen doen over het algemeen veel vaker gevaarlijk werk dan vrouwen: 17,5 procent tegenover 7,7 procent.