Vakantiedagen worden nauwelijks opgenomen
vrijdag 21 mei 2021
Een dag of week vrijaf lijkt onder Nederlandse werknemers nog niet bepaald populair: in de eerste vier maanden van dit jaar zijn er tot vijftig procent minder vakantie-uren opgenomen dan vóór de coronacrisis. Het massale afwachten zorgt mogelijk voor grote personeelstekorten in de zomer. “Heb als werknemer begrip voor de werkgever.”
De afgelopen maanden zijn er vijftien tot vijftig procent minder vakantie-uren opgenomen ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder, blijkt uit een rondgang van de NOS langs vier leveranciers van urenregistratiesystemen. De grootste reden van deze daling is de coronacrisis: werknemers wachten de ontwikkelingen en versoepelingen met spanning af, zodat men weet of ze tijdens toekomstige vrije uren ook eventueel naar het buitenland kunnen.
De vakantie-uren stapelen zich momenteel op, tot grote zorgen van de werkgever. De zomer, de periode waarin steevast de meeste uren worden opgenomen, kan zomaar een lastig karwei blijken voor bijvoorbeeld horecaondernemers, bij wiens kroeg of restaurant het juist dan alle hens aan dek is.
Begrip
Sommige verlofverzoeken voor de komende zomer worden om die reden nu al afgewezen, zegt Robèr Willemsen van Koninklijke Horeca Nederland. “Met de personeelstekorten die er nu zijn, kunnen bedrijven niet heel veel mensen tegelijk missen deze zomer. Je moet ook kijken naar de lockdowns en de bijzondere situatie waarin we met z’n allen het afgelopen jaar hebben geleefd.”
Willemsen vraagt voor begrip voor een mogelijke afwijzing van de werkgever. “Die heeft de afgelopen maanden van alles gedaan om mensen in dienst te houden, heeft met eigen geld een deel van het salaris doorbetaald. Heb als werknemer begrip voor de werkgever en kijk of je er samen uit kan komen.”
Onvoldoende
Het vinden van een gezamenlijke oplossing luidt het advies, maar volgens arbeidsjurist Pascal Besselink is en blijft de werknemer leidend bij vakantieverzoeken. “De aanvraag is op verzoek en conform de wensen van de werknemer en mag alleen worden afgewezen vanwege gewichtige redenen, zoals afwezigheid of grote organisatorische problemen die de productie in gevaar brengen.” Het argument van de werkgever dat er meer handjes nodig zijn is volgens Besselink “niet voldoende”.