Berichten

Blijkt thuiswerken ook na corona het nieuwe normaal, dan worden jongeren daar hoogstwaarschijnlijk de dupe van. Zij hebben immers weinig kennis en geen netwerk om op thuiswerken terug te vallen, stelt de Vrije Universiteit.

Het einde van de coronacrisis lijkt stapje voor stapje dichterbij te komen, dus krijgt de invulling van de post-corona werkomstandigheden steeds meer vorm. Het grootste deel van de werkgevers zegt te kiezen voor een mix van thuiswerken en maximaal drie dagen werken op kantoor, terwijl de verwachting ook heerst dat ongeveer 35 procent van de werkenden voorlopig vanuit huis hun werkzaamheden zullen blijven doen.

Dat laatste zou een rampscenario zijn voor veel jongeren, stellen onderzoekers van de Vrije Universiteit. Jongeren onder de 30 jaar worden volgens hen te weinig in de discussie rondom de nieuwe werkinvulling meegenomen, terwijl juist zij dolgraag terug naar het kantoor willen. De discussie wordt nu geleid door “een kleine groep mensen met een koophuis, een eigen werkkamer, voldoende kennis en een netwerk om gebruik van te maken”, maar die groep moet volgens de onderzoekers “niet bepalen hoe het verder moet”.

Jongeren verlangen niet alleen terug naar hun vaste werkplek, maar ook naar de communicatie met collega’s. Het onderzoek toont namelijk ook dat zij minder snel de telefoon pakken dan hun oudere collega’s en hierdoor niet snel vragen durven te stellen aan collega’s die niet op kantoor zijn.

Tegenzin
In tegenstelling tot de jongeren geeft de helft van de Nederlanders juist aan ook na de coronacrisis graag vanuit huis te willen blijven werken. Het wegvallen van de reistijd en de mogelijkheid om flexibel om te kunnen gaan met de dagelijkse werkuren worden gezien als de voornaamste voordelen van het thuiswerken, terwijl het volgens velen ook de productiviteit en focus ten goede lijkt te komen.

Opvallend genoeg zegt 38 procent van de thuiswerkers zijn of haar collega’s juist niet te missen. Sterker nog, een kwart verwacht zelfs dat een verplichte terugkeer naar het kantoor en de collega’s voor een negatieve invloed binnen de organisatie kan zorgen.