Berichten

De coronacrisis lijkt inmiddels zo goed als ten einde, maar de werkdruk in de zorg en welzijn blijft onverminderd hoog. Veel te hoog, vindt de helft van de werknemers. Ook de hoeveelheid stressvol werk blijkt in de zorgsector aan de hoge kant.

Begin dit jaar vond 44 procent van alle werknemers in de zorg en welzijn hun werkdruk (veel) te hoog. Een half jaar later is dat aantal zelfs toegenomen naar 50 procent, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek op basis van nieuwe cijfers. De ervaren werkdruk is met 61 procent het hoogst in de kinderopvang, gevolgd door de jeugdzorg (55 procent), huisartsenzorg en gezondheidscentra (allebei 54 procent). In de branches overige zorg en welzijn (37 procent) en sociaal werk (41 procent) werd de hoge werkdruk relatief het minst ervaren.

Stressvol werk
Het CBS heeft naast de ervaren werkdruk ook de mate van stressvol werk gemeten, oftewel de mate waarin werknemers een combinatie van hoge taakeisen en lage autonomie ervaren. Denk hierbij aan het werktempo, de hoeveelheid van het werk, de intensiteit van het werk en de mogelijkheden om zelf te kunnen meebeslissen over de wijze waarop het werk wordt uitgevoerd.

De zorg- en welzijnssector heeft volgens de laatste cijfers gemiddeld 29 procent stressvol werk. Bij werknemers in de ziekenhuizen en overige medisch specialistische zorg (39 procent) is het de hoeveelheid stressvol werk het hoogst, gevolgd door de huisartsenzorg en gezondheidscentra (allebei 38 procent). In het sociaal werk is het aandeel stressvol werk dankzij een relatief hoge mate van autonomie juist het laagst (12 procent).