Berichten

Het ziekteverzuim onder werknemers overschrijdt dit jaar de grens van vijf procent, blijkt uit een rapport van verzekeraar Nationale-Nederlanden. Dit gebeurt voor het eerst in twintig jaar. “Wij roepen werkgevers op meer aandacht aan de werknemer te besteden om zo ziekteverzuim te voorkomen en de dreigende burn-outgolf te reduceren.”

Niet alleen het ziekteverzuim, maar ook de verzuimduur is dit jaar toegenomen, blijkt uit het trendrapport van Nationale-Nederlanden over ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Het toenemend verzuim is vooral in de horeca aan de orde: het aantal nieuwe ziekmeldingen lag in het derde kwartaal van dit jaar 12 procent hoger dan in dezelfde periode een jaar eerder.

Het is de eerste keer in twintig jaar tijd dat het verzuimpercentage van vijf procent wordt overschreden. De laatste keer, in 2002, werd als reactie de Wet verbetering poortwachter ingevoerd, hetgeen werkgevers verantwoordelijk maakte voor de re-integratie van zieke werknemers. Het ziekteverzuim nam vervolgens af. “Nu, twintig jaar later, roepen wij werkgevers op om opnieuw meer aandacht aan de werknemer te besteden om ziekteverzuim te voorkomen en zo de dreigende burn-outgolf te reduceren”, zegt Igno Schings, directeur bij Nationale-Nederlanden.

Werkdruk
Vrijwel de helft van de werkgevers geef aan dat langdurig ziekteverzuim van hun werknemers vaak te maken heeft met aan het werk gerelateerde mentale klachten. Veel werkgevers zeggen zich zorgen te maken over hun bedrijf, omdat de werkdruk onder medewerkers door de krapte arbeidsmarkt verder toeneemt, hetgeen tot nog meer ziekteverzuim zou kunnen leiden. Het aantal familiebedrijven dat als een gevolg van de personeelstekorten vreest voor het voortbestaan van het bedrijf is in een paar maanden tijd zelfs verdubbeld.

Zorg
De hoge werkdruk is vooral in de zorgsector aan de orde. De helft van de medewerkers vindt de werkdruk (veel) te hoog, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De ervaren werkdruk is met 61 procent het hoogst in de kinderopvang, gevolgd door de jeugdzorg (55 procent), huisartsenzorg en gezondheidscentra (allebei 54 procent).