Berichten

Iedere werkgever wil dat zijn of haar werknemers zich gelukkig en gezond op de werkvloer voelen. Toch geeft slechts een beperkt aantal werkgevers prioriteit aan de mentale gezondheid en het welzijn van het personeel, blijkt uit onderzoek van HR-softwarebedrijf Personio.

Werknemers hechten vooral na het uitbreken van de coronacrisis veel belang aan hun fysieke en mentale gezondheid. Tegelijkertijd zorgt de omikronvariant ervoor dat het ziekteverzuim op de werkvloer in rap tempo oploopt, waardoor de werkdruk voor doorwerkende collega’s sterk toeneemt. Een burn-out of langdurig ziekteverzuim van deze medewerkers ligt dan ook continu op de loer.

Medewerkers geven aan het heel belangrijk te vinden dat ze zich gelukkig en gezond op het werk vloeren; voor vier op de tien werknemers is een goede werk-privébalans een prioriteit. Eén op de drie werknemers geeft zelfs aan dat een verslechtering van de werk-privébalans reden is om ergens anders voor een baan te gaan kijken.

Productiviteitsdaling
Het gros van de werkgevers denkt er echter anders over, concludeert Personio. Zo zouden initiatieven op het gebied van de mentale gezondheid en welzijn van werknemers bij slechts 14 procent van de bedrijven het komende jaar prioriteit zijn. Een kostbare vergissing, zegt een woordvoerder van Personio.

“Werknemers kijken goed naar hun carrièremogelijkheden en zullen vertrekken als ze niet tevreden zijn. Bedrijven die het welzijn van werknemers niet centraal stelen in hun HR-strategie zullen daarvan de gevolgen ondervinden in de vorm van een burn-out, ontevredenheid of een uittocht van talent, met uiteindelijk een flinke productiviteitsdaling als gevolg.”

Werkplezier
Het werkplezier heeft door de coronacrisis en de toenemende werkdruk een flinke deuk opgelopen, maar ruim driekwart van de werkende Nederlanders zegt nog altijd tevreden te zijn met zijn of haar baan. Onderzoek van pensioenuitvoerder BeFrank leert dat bijna de helft van de duizend ondervraagde werkende Nederlanders zijn of haar werkplezier met minimaal een 8 beoordeelt, terwijl de groep die het werkplezier met een 9 beoordeelt groter is dan het aantal werkenden dat zijn of haar werk een 5 geeft: 11 procent tegenover 8 procent.