Meer loon voor leraren in het basisonderwijs
maandag 25 april 2022
Na intensieve onderhandelingen tussen onderwijsvakbonden, de PO-raad voor primair onderwijs en het ministerie van Onderwijs is de kogel door de kerk: basisschoolleraren gaan gemiddeld 10 procent meer salaris verdienen. Daarmee is de loonkloof tussen leraren op de basis- en middelbare school definitief gedicht.
Het gelijktrekken met de lonen van leraren in het middelbare onderwijs betekent dat basisschoolleraren een loonstijging zullen zien tussen de 6 en 12 procent, afhankelijk van zijn of haar functie. Ook schoolleiders gaan er tussen de 5 en 11 procent op vooruit. De totale kosten van het akkoord — een direct gevolg van het regeerakkoord waarin de coalitiepartijen al aankondigden de loonkloof tussen het primair en voortgezet onderwijs te willen dichten — bedragen bijna 1,5 miljard euro.
Het akkoord leidt ook tot betere arbeidsvoorwaarden voor schoolleiders en leraren op scholen met veel leerachterstanden. Daarnaast zijn er ook afspraken gemaakt over het verlagen van de werkdruk, waar zo’n 300 miljoen euro aan wordt besteed. Voor ontwikkeling en bijscholing van zal nog eens 118 miljoen euro worden uitgetrokken.
Reacties
De Algemene Onderwijsbond (AOb) is tevreden met het akkoord. “Hier hebben de collega’s jarenlang actie voor gevoerd”, zegt bestuurder Thijs Roovers. “De eer gaat naar alle leraren en ondersteuners die in de regen en de modder steeds weer hebben gedemonstreerd. Zonder hen was dit nooit gelukt.”
Gert-Jan Segers, partijleider van coalitiepartij ChristenUnie, is ook in zijn nopjes met het akkoord. “We hadden al eerder goede stappen gezet, maar docenten in het basisonderwijs krijgen een mooie loonstijging en betere arbeidsvoorwaarden. En terecht.’”