‘Mogelijk grote stakingen in meerdere sectoren tegelijkertijd’
vrijdag 29 april 2022
Wordt er niet snel iets aan de koopkracht van lagere inkomens gedaan, dan volgen er binnenkort meer grote stakingsacties zoals die van afgelopen weekend op Schiphol, voorspelt FNV-voorzitter Tuur Elzinga. “De tijd van praten is voorbij.”
De stijging van de consumenten-, gas- en energieprijzen spelen veel werkende Nederlanders parten: 29 procent van de werknemers zegt maandelijks geld tekort te komen, terwijl nog eens 34 procent te weinig geld overhoudt om een buffer op te bouwen, concludeert vakbond FNV na onderzoek onder bijna twintigduizend leden. Er moet dan ook linksom of rechtsom snel extra geld beschikbaar worden gesteld om de kwetsbaarste groepen met lage lonen bestaanszekerheid te bieden, vindt FNV-voorzitter Tuur Elzinga.
Dat gebeurt al een beetje: werknemers krijgen er bij nieuw afgesloten cao’s op jaarbasis méér extra loon bij dan normaal. Het percentage extra loon lag afgelopen maand voor het eerst sinds 2019 weer boven de 3 procent. Toch stijgen de lonen in sommige gevallen maar nauwelijks — ook in sectoren waar het wél goed gaat, vindt Elzinga. “De callcenters, distributiecentra en supermarkten hebben juist in de coronaperiode gouden tijden gekend, terwijl hun werknemers nu nóg minder te besteden hebben dan voorheen.”
Toch zullen niet alleen de werkgevers meer moeten doen om hun personeel financieel tegemoet te komen: ook het wettelijk minimumloon van 11,73 euro is aan vervanging toe, vindt Elzinga. “Zeker in sectoren die nu ver onder de 14 euro per uur zitten is de tijd van praten zo langzamerhand voorbij. Daar komen we op het punt dat we als vakbond een politiek ultimatum moeten gaan stellen: het minimumloon omhoog óf we gaan als vakbond in al die sectoren tegelijk staken.”
Onrust
Dat het snel kan gaan, bleek ook afgelopen weekend op Schiphol toen het grondpersoneel onaangekondigd het werk neerlegde, met lange wachtrijen en fikse vertragingen als gevolg. Reden voor deze staking was de hoge werkdruk door personeelstekorten, de toenemende hoeveelheid flexcontracten en het lage salaris van 11,50 euro per uur.
De onvrede beperkt zich niet alleen tot de luchthaven, merkt Elzinga. “Buschauffeurs, callcentermedewerkers en werknemers in supermarkten en distributiecentra — het zijn juist deze mensen die de gevolgen van de hoge inflatie het hardst voelen. Ze hebben in veel gevallen tijdens de coronacrisis keihard gewerkt om de maatschappij draaiende te houden, maar zien dat niet terug in een hoger salaris. Nu de prijzen stijgen, komen juist zij in grote problemen.”
Wanneer nieuwe grote stakingen exact volgen, durft Elzinga niet te zeggen. “Maar ik merk dat de onrust toeneemt en het water tot aan de lippen staat. En dan kan het snel gaan.”