Berichten

Werkgevers moeten de portemonnee trekken en meer loon aan hun werknemers uitkeren zodat zij meer ruimte krijgen om met de sterk stijgende consumentenprijzen om te gaan, oppert FNV. De impact van de inflatie is volgens de vakbond namelijk veel groter dan verwacht. “Er wordt aan de fundamenten van onze bestaanszekerheid gemorreld.”

Nog net geen twee derde (63 procent) van de FNV-leden zegt vanwege de hogere prijzen voor boodschappen, brandstof en energie aan het einde van de maand geen geld meer over te houden, meldt de vakbond op basis van een enquête onder twintigduizend leden. Bijna drie op de tien (29 procent) leden zegt zelfs aan het einde van de maand tot honderden euro’s tekort te komen.

“De cijfers zijn een stuk schrikbarender dan de inkomenseffecten die het CPB inschatte”, zegt FNV-vicevoorzitter Zakaria Boufangacha. “Met name voor mensen met lagere tot modale inkomens. Als je zelfs maaltijden gaat overslaan of niet meer naar de dokter of tandarts gaat, dan wordt er aan de fundamenten van je bestaanszekerheid gemorreld.”

Onrustig jaar
De stijgende consumentenprijzen leiden ertoe dat 35 procent van de ondervraagden geen kleren meer koopt, 17 procent minder snel naar de dokter of tandarts gaat en 6 procent maaltijden noodgedwongen overslaat. FNV roept werkgevers op de lonen te verhogen zodat deze groep wél kan (blijven) rondkomen van hun salaris.

“We zien dat de lonen al jarenlang achterblijven bij de economische groei en de winst van bedrijven. Daarom eisen wij dat lonen volledig gecompenseerd worden voor prijsstijgingen”, zegt Boufangacha. “Gebeurt dat niet, dan verwachten wij dat het nog een heel onrustig jaar kan worden met veel acties in de bedrijven en dat het zelfs kan leiden tot landelijke acties.”