Berichten

Werkgevers kunnen en moeten veel meer doen om mensen te behouden, aan het werk te krijgen én te voorkomen dat zij vroegtijdig uitvallen, schrijft het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in een rapport over personeelsbeleid. “De wil om inclusief te zijn is er, maar er wordt vaak niet naar gehandeld.”

Veel werkgevers kampen met een personeelstekort, net op het moment dat de Nederlandse arbeidsmarkt ontzettend krap is. Het aantrekken van nieuw personeel en het verlichten van de werkdruk voor huidige werknemers vormen voor menig organisatie dan ook grote uitdagingen. Werkgevers geven over het algemeen aan zich actief in te zetten om deze uitdagingen aan te pakken, maar lang niet iedere werkgever zet deze ambities om in concreet beleid, concludeert het SCP in haar rapport.

Het SCP constateert met name dat er nog veel onbenut arbeidspotentieel is, zoals mensen met een arbeidsbeperking: slechts één op de zes werkgevers heeft op dit moment een werknemer met een arbeidsbeperking in dienst. “Het is van belang dat niet alleen werknemers, maar ook werkgevers zich aanpassen aan de huidige markt”, zegt SCP-onderzoeker Patricia van Echelt tegenover de NOS. “Denk bijvoorbeeld niet in bestaande vacatures, maar in het opknippen van taken zodat mensen die niet helemaal passen binnen bestaande vacatures ook aan het werk kunnen.”

Een gebrek aan kennis over ondersteunende overheidsregelingen blijkt bij veel werkgevers een significante drempel bij het aannemen van werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt. Het SCP constateert dat de wil om inclusief te zijn er is, “maar er wordt vaak nog niet naar gehandeld”.

Invloed
De strijd tegen de werkdruk wordt wel actiever gevoerd. Zo zegt meer dan tachtig procent van de werkgevers het werkproces aan te passen in een poging de werkdruk te verlagen, terwijl bijna driekwart van de organisaties inzet op het leren omgaan met stress. Toch zegt één op de vijf werkgevers maar weinig invloed te kunnen uitoefenen op de werkdruk onder werknemers. “Dat neemt niet weg dat er iets aan gedaan moet worden”, benadrukt Van Echelt.