Trend: werknemers die na ondertekenen contract alsnog afhaken
vrijdag 23 september 2022
Contract ondertekend, maar toch niet aan het werk. Een groeiende groep werknemers geeft aan na het accepteren van een aanbod alsnog ergens anders aan de slag te zijn gegaan, blijkt uit onderzoek van Gartner HR Research. Dat terugtrekken is niet altijd wettelijk toegestaan.
Zo’n 44 procent van 3.600 ondervraagde werknemers die onlangs een nieuwe baan aangeboden hebben gekregen, zeggen zich ondanks het accepteren van het aanbod alsnog te hebben teruggetrokken, meldt Gartner HR Research. Het percentage is aanzienlijk hoger in vergelijking met drie jaar eerder (36 procent). De voornaamste oorzaak lijkt een beter aanbod elders: 46 procent van de ondervraagden zegt dat dit de reden is geweest om een reeds ondertekend arbeidscontract alsnog te verscheuren.
Schadeplichtig
Een vroegtijdige opzegging kan in sommige gevallen strafbaar zijn, benadrukt advocaat arbeidsrecht Astrid Zuidinga tegenover HR Praktijk. Er is in Nederland weliswaar een proeftijd opgenomen in de arbeidsovereenkomst die tussentijdse opzegging mogelijk maakt, maar er kan ook sprake zijn van een tussentijdig opzegbeding. “Zowel werkgever als werknemer kunnen dan de overeenkomst opzeggen, maar wel binnen een bepaald opzegtermijn. Door niet eens te starten met werken of de termijn niet in acht te nemen, handelt de werknemer niet correct, waardoor er sprake is van een onregelmatige opzegging.”
De onregelmatige opzegging betekent dat de werknemer schadeplichtig is. Hij of zij zou dan een bedrag aan de werkgever moeten betalen dat gelijk is aan het loon dat hij of zij normaliter tijdens de opzegtermijn zou hebben ontvangen. In de meeste gevallen betreft dit maximaal een maandloon. Daarnaast kan een werkgever bepaalde kosten verhalen die het heeft moeten maken om de werknemer te werven, zoals de kosten voor een recruitmentbureau of de kosten van een assessment.
Meer uitdagingen
De overwegingen om een vers ondertekend arbeidscontract te verscheuren voor een aanbold elders lopen overigens uiteen. Zowel 59 procent van de afhakers als de mensen die wél zijn aangebleven na het ondertekenen van het contract geeft aan bereid te zijn een baan met 10 procent hoger loon op te geven voor een baan met een betere werk-privébalans. Ruim de helft (53 procent) zegt 10 procent van het salaris te willen opgeven voor een interessanter carrièrepad of meer mogelijkheden om nieuwe vaardigheden te leren, terwijl iets minder dan de helft loon zou inleveren voor meer flexibiliteit qua werkplek.