Nooit meer een nulurencontract
maandag 3 april 2023
De regels rondom tijdelijke contracten op de arbeidsmarkt gaan de komende jaren flink op de schop. Vooral zzp’ers en uitzendkrachten kunnen binnenkort rekenen op betere en meer beschermende arbeidsvoorwaarden, kondigt minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan.
De commissie-Borstlap trok drie jaar geleden al aan de bel: de welvaart in Nederland gaat in een moordend tempo achteruit door de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Tijdelijke contracten en zzp’ers maken steeds vaker de dienst uit, met als gevolg dat er veel medewerkers zijn met een bepaalde onzekerheid in hun werkinkomsten die ervoor zorgt dat ze niet durven te investeren in hun opleiding en in hun toekomst. Doet het kabinet hier niets aan, luidde de oproep, dan dreigt Nederland “zijn vertrouwde, hoge welvaartsniveau te verliezen”.
Drie jaar later lijkt de flexibilisering van de arbeidsmarkt serieus te worden aangepakt. De regels voor tijdelijke contracten en uitzendkrachten worden strenger, zzp’ers moeten verplicht worden verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid en nulurencontracten worden definitief verboden. Minister van Gennip kondigt aan dat hier momenteel samen met vakbonden en werkgevers plannen over worden gemaakt die de komende drie à vier jaar zullen worden uitgevoerd.
De zogeheten draaideurconstructies worden eveneens aangepakt. Nu moeten werknemers na drie tijdelijke contracten een halfjaar weg voordat ze weer mogen terugkomen, maar dat termijn wordt verhoogd naar vijf jaar. De minister verwacht dat werkgevers door deze ingrijpendere verandering hun mensen eerder een vast contract zullen aanbieden.
Stap vooruit
Het aangekondigde pakket aan maatregelen betekent dat uitzendkrachten, zzp’ers en arbeiders met tijdelijke contracten meer zekerheid krijgen over hun inkomen en rooster, terwijl zij ook beter worden beschermd bij mogelijke tegenslagen. Vakbond FNV is optimistisch en hoopt dat het kabinet “zo snel mogelijk doorpakt”. Ondernemersorganisaties MKB-Nederland en VNO-NCW spreken van “een goede stap vooruit na jaren van discussie” en noemen de maatregelen “een goed evenwicht” tussen de belangen van ondernemers en werkgevers.