Berichten

Gaat het minimumloon opnieuw omhoog, dan heeft dat mogelijk grote consequenties, waarschuwen economen én werkgevers. “Goedkope arbeid, dat is er dan niet meer.”

Een verhoging van het minimumloon staat wederom ter discussie. Politici mikken in aanloop naar de verkiezingen op een toename naar 14 euro per uur, maar vakbond FNV wil daar nog een schepje bovenop doen en mikt op een verhoging naar 16 euro per uur.

Begin dit jaar is het wettelijk minimumloon al met tien procent gestegen, maar door de opgelopen inflatie hebben werknemers daar aan het einde van de maand vrijwel niks van kunnen merken. Een verdere verhoging van het minimumloon is echter onbetaalbaar, waarschuwen werkgevers, terwijl economen vrezen dat de overheidsbegroting door een nieuwe verhoging uit balans zal raken. Een verhoging zou er namelijk voor zorgen dat de uitkeringen en de AOW (de Algemene Ouderdomswet) óók omhoog moeten — iets de overheidsschatkist zo’n 11 miljard euro extra zal kosten. Dat bedrag zal alleen toenemen, vrezen experts, omdat de vergrijzingspiek in 2040 steeds dichterbij komt.

Een stijging van het minimumloon zal ook gevolgen hebben voor de onderkant van de arbeidsmarkt, schrijft het Financieel Dagblad. Goedkope arbeid zou dan niet meer bestaan, met als resultaat dat producten en diensten niet alleen maar duurder worden, maar dat Nederland zich mogelijk ook uit de markt prijst.