Berichten

Uit het rapport Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2023 van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) blijkt dat de overgang van onderwijs naar arbeidsmarkt voor de meeste mbo’ers en hbo’ers die in 2022 afstudeerden, goed is verlopen. Maar liefst 88% van hen had direct na afstuderen een baan.

Het percentage 88 is gelijk aan het cijfer van 2021 en hoger dan in de jaren 2020 en 2019. Vooral mbo-bbl-afgestudeerden (beroeps begeleidende leerweg) vonden in 2022 snel werk, terwijl mbo-bol 1-afgestudeerden (beroeps opleidende leerweg) het langst zochten naar een passende baan. Drie maanden na afstuderen was 18% van hen nog werkloos.

Een jaar later

Ruim 3% van de afgestudeerden van 2022 zat een jaar later, in het najaar van 2023, nog zonder werk. Dat percentage is vergelijkbaar met het percentage van eerdere jaren. Ook hier hetzelfde verschijnsel: mbo-bbl-afgestudeerden bleven minder vaak werkloos dan mbo-bol-gediplomeerden. Hbo-afgestudeerden zaten qua werkloosheid een fractie hoger: 3,3% werkloosheid een jaar na afstuderen. Uit het ROA-onderzoek komt de opvallende stijging van werkloosheid onder mbo-bol 2-4-afgestudeerden naar voren: van 7,9% naar 8,6%.

Niveau en geld

Ongeveer 80% van de mbo- en hbo-afgestudeerden werkt op of boven hun opleidingsniveau, en bijna 70% heeft een baan binnen het eigen opleidingsdomein. Mbo-bbl 4-afgestudeerden en hbo’ers hebben de beste aansluiting tussen opleiding en werk.

Mbo-bbl’ers zijn over het algemeen tevredener over hun werk en carrièreperspectieven dan mbo-bol'ers, terwijl hbo-afgestudeerden het positiefst zijn over hun carrièrekansen.

Als het om geld gaat, is het opvallend dat afgestudeerde hbo’ers hun gemiddeld uursalaris met bijna 50 cent zagen dalen naar € 19,60, terwijl het gemiddelde uurloon van alle afgestudeerden steeg van € 16,60 naar € 17,10.

Goede aansluiting op arbeidsmarkt

In 2023 vond 63% van de gediplomeerden dat hun opleiding een goede basis had geboden voor de arbeidsmarkt en een goede voorbereiding was geweest voor verdere ontwikkeling van kennis en vaardigheden. Dit percentage is onveranderd ten opzichte van het jaar ervoor. Als studenten opnieuw zouden moeten beginnen aan een opleiding, dan zou 72% opnieuw dezelfde opleiding kiezen, ook al vond slechts 40% de opleiding die ze had gevolgd uitdagend genoeg.