46.000 Limburgers te weinig aan het werk
maandag 16 december 2024
Nooit eerder was de deelname van Limburgers aan de arbeidsmarkt zo hoog als in 2023. Afgelopen jaar was dat 70,4 procent. Maar afgezet tegen het landelijk gemiddelde, dat 75,8 procent bedraagt, zouden er 46.000 Limburgers méér actief moeten zijn op de arbeidsmarkt om het niveau van Nederland te halen. Dat dat niet het geval is, is vooral te wijten aan de hoge mate van vergrijzing in Limburg.
Uit een onderzoek van de provincie naar de factoren die bijdragen aan het verschil, blijkt dat het relatief hoge percentage ouderen in Limburg voor meer dan 50 procent ‘schuldig’ is aan het lagere niveau van arbeidsparticipatie. Daarnaast speelt ook het lagere opleidingsniveau een rol. In Limburg heeft een groter deel van de bevolking geen niveau van mbo 2 of hoger, wat ervoor zorgt dat deelnemen aan de arbeidsmarkt bemoeilijkt wordt. Tot slot is er nog het verschil in arbeidsparticipatie tussen mannen en vrouwen. De deelname van vrouwen in de leeftijdsgroep van 25 tot 35 jaar en mannen tussen de 35 en 45 jaar aan de arbeidsmarkt blijft achter bij het landelijk gemiddelde.
Beperkte invloed
Het onderzoek laat ook zien dat nationale wetgeving en veranderingen in de economie behoorlijk wat invloed op de arbeidsparticipatie hebben en dat de invloed van de provincie beperkt is. Maar door het creëren van werkgelegenheid en het ondersteunen van Limburgers bij hun ontwikkeling op de arbeidsmarkt in het bevorderen van een toekomstbestendige arbeidsmarkt is er wel een belangrijke rol weggelegd voor de provincie.
Blijven scholen
Elianne Demollin-Schneiders, gedeputeerde voor Onderwijs & Arbeidsmarkt, laat weten dat er ingezet moet worden op scholing als het de wens is om de arbeidsparticipatie te vergroten. ‘Scholing stopt niet bij het halen van een diploma. Sterker nog: dan begint het pas. Veel winst is nog te behalen bij de scholing van mensen die al een baan hebben. Zij doen tijdens hun werk veel vaardigheden op en ontwikkelen competenties. Dat zie je echter lang niet altijd terug in diploma’s of certificaten. Als iemand dan werkloos wordt of van baan wil veranderen, kan dat moeilijkheden opleveren. Door tijdens het werk te investeren in scholing kun je dat probleem vóór zijn.’ Volgens Demollin-Schneiders betekent dat overigens niet dat iedereen jaren terug moet naar de schoolbanken. ‘Integendeel, er is al veel aanbod aan opleidingen die passen bij werknemer en werkgever.’
Talent Charter in 2025
De provincie wil Limburgse werkgevers ondersteunen in het ontwikkelen van personeelsplannen die zijn gericht op scholing, vitaliteit en het behoud van personeel. De provincie neemt hierbij een actieve rol in door in 2025 te beginnen met een Talent Charter. Het initiatief komt voort uit de toenemende urgentie om ieders talent te herkennen, erkennen, te ontwikkelen en te behouden. Concreet gaat de provincie dit doen door samen te werken met een groot aantal Limburgse bedrijven en organisaties die aan de slag willen met hun personeelsbeleid.