Berichten

Nog een paar dagen en dan is het zover: de maand mei is voorbij en voor het gros van werkend Nederland betekent dat dat het vakantiegeld op de salarisstrook staat. Het is meestal een procent of acht van je jaarsalaris, zo ongeveer een maandsalaris. Lekker! En wat doet een mens daar dan mee? Besteden aan een vakantie? Dat kan, maar meer dan de helft doet dat niet. Waaraan gaan die euro’s dan op?

Met enige regelmaat doet het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) naar bestedingspatronen van inwoners van Nederland. Vlak voor de coronapandemie, in 2019, rolde uit een onderzoek nog dat de meesten hun vakantiegeld gebruiken voor het betalen van een vakantie. Maar het aantal dat het geld gebruikt om er hun roodstand op hun bankrekening mee aan te zuiveren of een (hypotheek)schuld af te lossen was stijgende.

Drie jaar geleden rolde uit een enquête dat het percentage dat vakantiegeld aan vakantie besteedde onder de 50% was gedoken. Ruim 32 procent zette het op een spaarrekening, 10 procent deed het er iets mee voor huis of tuin, twee procent gaf het (uit) aan de kroost en één procent ging er iets moois voor zichzelf mee kopen.

Verschillen

Ook Intermediair, dat een lezerspubliek heeft met een bovenmodaal inkomen, deed een onderzoek naar waaraan het vakantiegeld wordt besteed. Daaruit rolde dat het aflossen van schulden op een veel lagere plaats in de rangschikking stond dan bij het Nibud-onderzoek. 3,5 versus 18 procent.

Nibud-woordvoerder Gabriëlla Bettonville: "Mensen met een bovenmodaal inkomen sparen vaker van hun vakantiegeld. Dat doen zij vooral om onverwachte uitgaven te kunnen opvangen. We vinden dat een goede ontwikkeling, omdat niet iedereen voldoende geld achter de hand heeft. Het vakantiegeld kan een mooie aanleiding zijn om deze buffer aan te vullen. Een buffer is belangrijk om onverwachte, grotere en noodzakelijke uitgaven op te kunnen vangen."

Keuzebudget

Vakantiegeld is nog steeds de standaard, maar het verliest terrein. Steeds meer bedrijven hebben die jaarlijkse eenmalige injectie vervangen door het ‘persoonlijk keuzebudget’. De werknemer bouwt dan elke maand een stukje van zijn vroegere vakantiegeld op. Dat zit in een potje, waarvan hij op elk moment gebruik kan maken. Om een fiets te kopen of een opleiding te volgen, maar ook een maandelijkse aanvulling op het salaris behoort tot de mogelijkheden. En die vrijheid is er eentje waarmee je om moet kunnen gaan, zo blijkt. Als elke maand het salaris met acht procent stijgt, gaan die euro’s geruisloos mee met de maandelijkse uitgaven in plaats van dat ze besteed worden voor, bijvoorbeeld, die dure vakantie of een andere grote uitgave.

Tot slot. Uit een onderzoek van Evisumservice blijkt dat de stijgende kosten van vakanties ervoor gezorgd hebben dat het aantal Nederlanders dat dit jaar niet op vakantie gaat of kan gaan ongeveer 14 procent is.