Berichten

Het aantal beschikbare vacatures ten opzichte van het aantal werklozen is in minder dan een jaar tijd bijna gehalveerd. Dat is goed nieuws voor de arbeidsmarkt, maar een flinke tegenvaller voor werkzoekenden. “Het is nu ontzettend lastig om een baan te vinden.”

In het tweede kwartaal van 2019 bedroeg het aantal beschikbare vacatures ten opzichte van het aantal werklozen 91 op 100. Er waren dus bijna evenveel vacatures als werkzoekenden. Nu, bijna anderhalf jaar later, is dat aantal fors gedaald naar 51 op 100. Per vacature zijn er dus ongeveer twee werklozen.

Het cijfer is dus ondanks de coronacrisis fors gedaald, zegt hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen. “De daling zette in het eerste kwartaal van dit jaar al in. Toen kwam het aantal vacatures nog uit op 81 beschikbare banen per 100 werkzoekenden. Sinds september is dat aantal echt in elkaar geklapt.”

Perspectief
Het verdwijnen van de krapte klinkt als goed nieuws, maar voor werkzoekenden is dat allerminst het geval. “Het is nu een lastige tijd om een baan te vinden,” zegt Van Mulligen. “Veel bedrijven draaien slecht, houden het puur vol op de overheidssteun en nemen daarom geen mensen aan.”

Toch is er volgens Van Mulligen reden tot hoop. De vergrijzing houdt namelijk aan—iets dat met name voor jongeren op de arbeidsmarkt op de lange termijn perspectief geeft. “Corona is in feite conjunctuur, iets dat weer weggaat, en de impact ervan met een paar jaar ook. Maar de vergrijzing is iets dat blijft. De 55-plussers gaan over een paar jaar met pensioen, maar het aantal kinderen blijft stabiel. De behoefte aan onderwijs—en dus aan leerkrachten—zal bijvoorbeeld niet verminderen.”