Berichten

De FNV maakt zich hard voor een loonsverhoging van vijf procent voor winkelpersoneel. Met name werknemers van winkels die tijdens de coronacrisis goed hebben gedraaid moeten structureel worden beloond.

De detailhandel heeft in mei ruim acht procent meer omzet gedraaid dan een jaar eerder, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het is de grootste groei in veertien jaar tijd. Bouwmarkten hebben zelfs dertig procent meer omgezet dan in mei 2019, terwijl de hamsterwoede ook in supermarkten tot een recordomzet hebben geleid.

Dat de medewerkers voor hun harde werken alleen maar applaus hebben ontvangen, zit de FNV niet lekker. “Het is tijd voor waardering,” zegt bestuurder Linda Vermeulen. “Werkgevers moeten vooropgaan in het geven van meer loon. Meer salaris is bovendien een goede impuls voor de koopkracht, en dus voor de economie.”

Minimumloon
De FNV wil met name af van het huidige minimumloon dat veel winkelmedewerkers verdienen. Vaak is dat ongeveer 10 euro bruto per uur. “Vandaar onze looneis van vijf procent,” vervolgt Vermeulen. “Met een minimum van 200 euro bruto structureel per maand erbij. Voor werknemers in een vitaal beroep met een laag salaris zou dit een grote stap zijn richting een leefbaar loon van 14 euro per uur.”

Het Vakcentrum, een belangenbehartiger van onder meer supermarkten, en de Vereniging van Winkelketens in de Doe Het Zelf Branche laten in een reactie weten dat de cao-onderhandelingen na de zomer plaatsvinden.