Berichten

Een groot deel van de werknemers die in de coronacrisis de horeca heeft verlaten, zal naar verwachting niet naar de sector terugkeren, zegt vakbond FNV. De werkdruk in de horeca is zelfs zo hoog dat de angst voor nog meer uitstroom verder toeneemt.

De coronacrisis heeft de horeca bepaald geen windeieren gelegd. De sector ging lange tijd op slot, waarna een groot deel van de werknemers, volgens berekeningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek zo’n 90.000,  besloot hun heil elders te zoeken. Het nieuwe werk bevalt zo goed dat het overgrote deel van de vertrokkenen niet meer in de horeca verwacht terug te keren, beweert vakbond FNV op basis van een onderzoek onder drieduizend (ex-)horecawerknemers.

Daarmee is de uitstroom nog niet gedaan. Een vijfde van het huidige horecapersoneel zegt namelijk te denken binnen nu en twee jaar een overstap naar een beroep te maken. FNV vreest dan ook dat het huidige personeelstekort nóg verder zal toenemen—niet alleen vanwege de huidige werkdruk, maar ook door de cultuur in de branche. “De sector moet volwassen worden en zich ontdoen van de bijbaantjescultuur”, zegt bondsbestuurder Edwin Vlek.

Zelfontwikkeling
Op de vraag wat ervoor nodig is om het vertrokken personeel alsnog naar de horecasector te laten terugkeren, antwoordt de meerderheid een hoger basissalaris. Veel ondervraagden hechten bovendien waarde aan een contract met een vast aantal uren en voorspelbare diensten, zodat werk en privé beter kunnen worden gecombineerd. Meer mogelijkheden tot zelfontwikkeling staan eveneens op het verlanglijstje.

Personeelsborrel
Horecaondernemers halen momenteel alles uit de kast om nieuw personeel aan te trekken en zo de werkdruk te verlagen, onder meer via een vierdaagse werkweek en een personeelsborrel na sluitingstijd. Onderlinge uitruil van werknemers blijkt eveneens een populair middel te zijn.