Aantal meldingen van arbeidsuitbuiting neemt fors toe
woensdag 8 september 2021
Het aantal meldingen van arbeidsuitbuiting is in Nederland in een jaar tijd met 70 procent gegroeid. Toch vormen deze cijfers, ondanks de forse stijging, nog altijd slechts het topje van de ijsberg. “Het probleem is veel groter dan deze cijfers aangeven.”
Arbeidsuitbuiting is een vorm van mensenhandel waarbij iemand in onmenselijke omstandigheden moet werken en soms ook zijn of haar inkomsten moet afstaan. In 2019 werden hier 261 meldingen van gemaakt, maar een jaar later zijn er 449 meldingen geregistreerd—een stijging van ruim 70 procent. Het aantal meldingen vormt volgens Herman Bolhaar, de Nationaal Rapporteur Mensenhandel, slechts het topje van de ijsberg. “Veel uitbuiting is onzichtbaar, omdat slachtoffers er vaak geen direct belang bij hebben om naar voor te komen. Ze zijn bijvoorbeeld bang hun baan kwijt te raken. Het probleem is dus veel groter dan deze cijfers aangeven.”
Het Coördinatiecentrum tegen mensenhandel (Comensha) denkt dat de forse toename onder meer een gevolg is van de coronapandemie. De problematiek zou in die periode namelijk zichtbaarder zijn geworden. “Huisvesting van arbeidsmigranten was bijvoorbeeld altijd al een probleem, maar omdat deze plekken nu een risico vormden voor coronabrandhaarden zijn er veel meer misstanden aan het licht gekomen”, aldus een woordvoerder van Comensha.
Onacceptabel
Tegelijkertijd daalt het aantal opsporingsonderzoeken van het Openbaar Ministerie naar arbeidsuitbuiting: van 16 in 2018 naar 7 in 2019. Eerder deze week werd een strafzaak over vermeende arbeidsuitbuiting van negen Filipijnse vrachtwagenchauffeurs, die tegen minder loon dan beloofd te lang moesten doorwerken en weekenden in hun truck op een parkeerplaats moesten doorbrengen, na drie jaar onderzoek wegens een gebrek aan bewijs geseponeerd—tot groot ongenoegen van Bolhaar.
“Het is een optelsom van heel akelige omstandigheden waarvan je moeilijk kunt zeggen dat we dat acceptabel moeten vinden. Als iets onacceptabel is, moet niet alleen met strafrecht kunnen worden opgetreden, maar ook met handhaving, controle en toezicht, terwijl er veel eerder op signalen moet worden gereageerd. De mensen om wie het gaat moeten op bescherming kunnen rekenen.”