Berichten

Deeltijders moeten meer aan het werk om de personeelstekorten op te lossen, vinden zowel arbeidsmarktexperts als het kabinet. Toch krijgt een groot deel van de medewerkers die bereid zijn meer uren te werken géén toestemming van hun werkgever om dat te doen, blijkt uit een enquête van vakbond FNV.

Het aantal onderbenutte deeltijdwerkers dat meer uren wil werken en hier ook direct voor beschikbaar is, is het afgelopen kwartaal gestegen naar 521.000, bleek afgelopen week uit cijfers van het CBS. Het lijkt een zegen voor de nog altijd zeer krappe arbeidsmarkt. Toch mag lang niet iedere deeltijder die meer uren wil werken dit ook daadwerkelijk doen, blijkt nu uit een enquête van FNV in opdracht van de NOS.

Van de ruim 11.000 zorgmedewerkers die de vragenlijst hebben ingevuld geeft ruim twee op de vijf aan dat zij een minimaal aantal of helemaal geen extra uren aan de slag mogen. In de logistiek, een andere sector waar sprake is van grote personeelskrapte, blijkt eenzelfde beeld. “We zien dat veel mensen niet meer willen werken en daar goede redenen voor hebben. Maar als je dat wél wil, zou dat natuurlijk wel moeten kunnen”, reageert FNV-bestuurder Zakaria Boufangacha.

Flexibiliteit
Brancheverenigingen Actiz en de Nederlandse ggz zeggen zich niet in de uitkomst van de enquête te herkennen. De brancheorganisatie kinderopvang erkent wel dat het soms voorkomt dat medewerkers die meer uren willen werken dit in de praktijk niet altijd kunnen, bijvoorbeeld omdat werken bij een buitenschoolse opvang (bso) geen volledige dagtaak is.

De Vereniging Gehandicaptenzorg (VGN) merkt dat flexibiliteit vaak een rol speelt bij de verzoeken die worden afgewezen. Zo kan het zijn dat er bij de organisatie weinig flexibiliteit is om zich aan te passen aan de wensen van een werknemer, maar kan er ook bij werknemers sprake van een gebrek aan flexibiliteit zijn om bijvoorbeeld op meerdere plekken te werken als er binnen de eigen locatie te weinig uren of budget beschikbaar zijn.