Berichten

Draag je als werknemer van SuitSupply (Maastricht) een nieuwe collega aan, dan krijg je als beloning een bonus van 4.000,- euro. Onverstandig, vinden sommige arbeidsmarktspecialisten. “Help ons te groeien is niet de taak van de werknemer.”

De arbeidsmarkt is krap, dus zoeken werkgevers naar allerlei manieren om toch aan genoeg handen en voeten te komen zodat het bedrijf op volle kracht kan blijven draaien. De ene werkgever zet deeltijders meer uren aan het werk of gaat zelf meer uren draaien, terwijl de ander zijn heil zoekt bij arbeidsmigranten.

Kledingketen SuitSupply, met onder meer een vestiging in Maastricht, zoekt de oplossing ook bij haar personeel: niet met het verzoek om meer uren te draaien, maar met het verzoek om zelf een nieuwe collega aan de haak te slaan. Lukt de werknemer dat, dan krijgt hij of zij een beloning van 4.000,- euro. “Werknemers zijn magneten voor nieuw talent en verdienen zo een extra vakantie of nieuwe auto”, legt eigenaar en oprichter Fokke de Jong uit. “Voor hen én voor ons is deze oplossing onwijs nuttig.”

Niet iedereen is het echter eens met deze visie. “Hoge bonussen werken niet”, zegt Heleen Stoevelaar, docent aan de Academie voor Arbeidsmarktcommunicatie. “Kijk naar je doelgroep. We zien dat bij zorgorganisaties een bos bloemen helpt, terwijl je iemand die op Schiphol in het kelderhok werkt net zo goed op een andere manier moet belonen. Help ons te groeien is bovendien niet de opdracht van de werknemer; daar moet de recruiter op de HR-afdeling aan werken.”

Goed doel
Wil je als werkgever tóch een bepaalde vorm van een aandraagbonus hanteren, dan is het beter om deze op een andere manier uit te delen, vertelt Stoevelaar. “Het is fijner om met een team te werken aan de bonus. Het komt de werksfeer ten goede als je als team bijvoorbeeld een ballontocht krijgt na het halen van een aantal nieuwe werknemers uit je eigen netwerk. Een referral bonus dat direct naar een goed doel, is tegenwoordig ook heel populair.”